1 maart
Door: Tom
Blijf op de hoogte en volg Tom Sannie
02 Maart 2020 | Australië, Adelaide
Zaterdag 1 maart.
Na het verkennen van Adelaide besloten wij op 29 februari naar het gebied ten noordoosten van deze stad te rijden. Belangrijk doel was het stadje Nurioopta alwaar een oude enthousiasteling al jarenlang oude motorfietsen van het merk Ariel verzamelt, en meer in het bijzonder het type Square Four. De leek zegt het niets maar eigenaren van een Ariel, waaronder ondergetekende, worden daar warm van. In november kwam ik toevallig op de hoogte van het bestaan van deze collectie en intensief speuren op internet bracht mij uiteindelijk bij een Australier die daar af en toe met sleutelen helpt. Kortom, op zondag 1 maart meldden wij ons aan de poort van twee grote loodsen en de oude Eric Parker, eigenaar van alles kwam open doen. Zijn vrouw runt het museum, als je het zo mag noemen. Een lustoord, "Ariel Heaven". Meer dan 100 klassieke motoren op een rij in twee loodsen. En aantal zeer zeldzaam. Drie aparte kleinere ruimtes met onderdelen en Ariels zover het oog reikt. Eric vertelde in zijn onnavolgbare Australische slang over het waarom van zijn verzameling: ooit als 15-jarige reed hij op zijn eerste Ariel naar zijn werk en sindsdien vond hij het wel leuk als hij er eentje bij kon kopen. Met de opkomst van de Japanse motoren in de jaren zestig verdween de interesse in de Britse motoren (altijd olie op de vloer!) en werden ze heel goedkoop. Dus hij kocht en kocht. De meeste motoren die hij heeft zijn rijklaar en hij heeft er altijd minimaal twee of drie staan waaraan hij werkt. Nog flink wat te gaan. Er stonden ook enkele exemplaren van het type dat ik ook bezit dus voor studiedoeleinden heb ik daarvan flink wat foto' s gemaakt. Op mijn voorzichtige suggestie of hij ook onderdelen wilde verkopen reageerde hij niet dus dat werd niets. Misschien moet je die informele Australiers nog wel directer benaderen dan Nederlanders onderling zijn gewend.
Na dit bezoek trokken wij de wijjnstreek in. De Barosso Valley is de bekendste wijnstreek van Australie, waar Duitse immigranten met deze cultuur begonnen. Veel namen herinneren an de Duitse settlers, ook al zijn in de jaren twintig en dertig veel Duitse namen veranderd naar Engelse omdat de Duitsers na WO1 minder populair volk waren. Wij doorkruisten verschillende aardige stadjes waarbij de vermenging van oude traditionele koloniale gebouwtjes en modernere architectuur opvallend is. Rijdend over kleine B-wegen zie je de lange rijen wijnranken die wij in Europa uit Frankrijk en de Duitse wijngebieden goed kennen.
In Angaston kwamen wij bij een stadswandeling langs een traditionele smederij. Deze wordt door een groep historisch geinterseerden in ere gehouden. Er was een smid aan het werk die met wat hjj noemde 'recycled iron' allerlei voorwerpen maakte: boekensteunen, sleutelhangers, kandelaars etc. Zo kregen onder meer schroeven van spoorrails een nieuwe bestemming. Niets gekocht want op de terugweg willen wij niet te veel gewicht hebben en wij zijn pas in de eerste week. Wel een donatie gedaan.
Het was warm, plus 30 graden C bij een stevige wind. In de avond koelt het nu wel sneller af. De herfst is hier in aantocht.
Morgen rijden wij verder naar het zuiden en zullen onderweg de plaats Birdwood aandoen. Hier staat een van de grootste Australische musea voor klassieke auto's en motoren. Dat vind ik dan wel erg leuk en Sannie schikt zich wel even.
De foto's bij bovenstaand verhaal zijn bij het eerste verslag terecht gekomen om onverklaarbare redenen.
Op 2 maart zijn wij verder naar het zuiden gereden. Veslag volgt.
Na het verkennen van Adelaide besloten wij op 29 februari naar het gebied ten noordoosten van deze stad te rijden. Belangrijk doel was het stadje Nurioopta alwaar een oude enthousiasteling al jarenlang oude motorfietsen van het merk Ariel verzamelt, en meer in het bijzonder het type Square Four. De leek zegt het niets maar eigenaren van een Ariel, waaronder ondergetekende, worden daar warm van. In november kwam ik toevallig op de hoogte van het bestaan van deze collectie en intensief speuren op internet bracht mij uiteindelijk bij een Australier die daar af en toe met sleutelen helpt. Kortom, op zondag 1 maart meldden wij ons aan de poort van twee grote loodsen en de oude Eric Parker, eigenaar van alles kwam open doen. Zijn vrouw runt het museum, als je het zo mag noemen. Een lustoord, "Ariel Heaven". Meer dan 100 klassieke motoren op een rij in twee loodsen. En aantal zeer zeldzaam. Drie aparte kleinere ruimtes met onderdelen en Ariels zover het oog reikt. Eric vertelde in zijn onnavolgbare Australische slang over het waarom van zijn verzameling: ooit als 15-jarige reed hij op zijn eerste Ariel naar zijn werk en sindsdien vond hij het wel leuk als hij er eentje bij kon kopen. Met de opkomst van de Japanse motoren in de jaren zestig verdween de interesse in de Britse motoren (altijd olie op de vloer!) en werden ze heel goedkoop. Dus hij kocht en kocht. De meeste motoren die hij heeft zijn rijklaar en hij heeft er altijd minimaal twee of drie staan waaraan hij werkt. Nog flink wat te gaan. Er stonden ook enkele exemplaren van het type dat ik ook bezit dus voor studiedoeleinden heb ik daarvan flink wat foto' s gemaakt. Op mijn voorzichtige suggestie of hij ook onderdelen wilde verkopen reageerde hij niet dus dat werd niets. Misschien moet je die informele Australiers nog wel directer benaderen dan Nederlanders onderling zijn gewend.
Na dit bezoek trokken wij de wijjnstreek in. De Barosso Valley is de bekendste wijnstreek van Australie, waar Duitse immigranten met deze cultuur begonnen. Veel namen herinneren an de Duitse settlers, ook al zijn in de jaren twintig en dertig veel Duitse namen veranderd naar Engelse omdat de Duitsers na WO1 minder populair volk waren. Wij doorkruisten verschillende aardige stadjes waarbij de vermenging van oude traditionele koloniale gebouwtjes en modernere architectuur opvallend is. Rijdend over kleine B-wegen zie je de lange rijen wijnranken die wij in Europa uit Frankrijk en de Duitse wijngebieden goed kennen.
In Angaston kwamen wij bij een stadswandeling langs een traditionele smederij. Deze wordt door een groep historisch geinterseerden in ere gehouden. Er was een smid aan het werk die met wat hjj noemde 'recycled iron' allerlei voorwerpen maakte: boekensteunen, sleutelhangers, kandelaars etc. Zo kregen onder meer schroeven van spoorrails een nieuwe bestemming. Niets gekocht want op de terugweg willen wij niet te veel gewicht hebben en wij zijn pas in de eerste week. Wel een donatie gedaan.
Het was warm, plus 30 graden C bij een stevige wind. In de avond koelt het nu wel sneller af. De herfst is hier in aantocht.
Morgen rijden wij verder naar het zuiden en zullen onderweg de plaats Birdwood aandoen. Hier staat een van de grootste Australische musea voor klassieke auto's en motoren. Dat vind ik dan wel erg leuk en Sannie schikt zich wel even.
De foto's bij bovenstaand verhaal zijn bij het eerste verslag terecht gekomen om onverklaarbare redenen.
Op 2 maart zijn wij verder naar het zuiden gereden. Veslag volgt.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley